De aanwezigheid van zware metalen wordt doorgaans toegeschreven aan industriële activiteiten. Oorlogsvoering wordt veelal vergeten als mogelijke oorzaak. Tijdens de eerste wereldoorlog werden in Vlaanderen nochtans tientallen miljoenen granaten afgevuurd, vooral in de boog rond Ieper waar de drie Slagen van Ieper (1914, 1915 en 1917) alsook het Duitse lenteoffensief van 1918 plaatsvonden. Iedere granaat bevatte meerdere zware metalen, in de eerste plaats koper, maar ook zink en soms lood. Deze elementen vermengden ze zich met de bodem. Dit ondanks massale opruimingswerken na de oorlog. Op basis van meer dan 2700 meetpunten, in West-Vlaanderen en afkomstig uit de OVAM databank met bodemanalyses, blijkt dat de bovengrond van de regio rond Ieper duidelijk aangerijkt is met koper. In de rest van de provincie werden ook sporen van koper teruggevonden, maar deze konden gerelateerd worden aan lokale industriële activiteiten.
De aanwezigheid van koper in de regio rond Ieper kan wijzen op een onbekend regionaal milieuprobleem met zware metalen en organische verbindingen afkomstig van toxische munitie. De gifgasgranaten waren immers gevuld met toxische stoffen zoals mosterdgas of arseenverbindingen. Zo vonden Duitse onderzoekers in 2000 op een oude munitieverbrandingssite nabij Ieper arseenconcentraties in de bovengrond die meer dan 50 keer de OVAM saneringsdrempelwaarde overschreden. Diepgaander onderzoek naar de milieu-impact van historische oorlogsactiviteiten is dan ook aangewezen. Link: http://www.soilman.ugent.be/orbit/
Guido Van Peeterssen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten