Naar aanleiding van een UGent studie naar de patronen en motieven van 748 Vlaamse cannabistelers bogen bijna alle experts uit België en Nederland zich gedurende een tweedaagse conferentie over het thema. Het verzamelwerk ‘Perspectieven op de cannabismarkt in België en Nederland’ omvat bijdragen van al deze sprekers en schetst een duidelijker beeld van de dogma’s waarop het huidige beleid in België én Nederland gebaseerd is. Veel academici en experts hebben twijfels bij de uitgangspremissen van de strijd tegen cannabis, en bij de werkzaamheid van de gehanteerde strategieën. Adriaan Jansen (Universiteit Amsterdam) analyseert de opkomst van de westerse cannabisproductie. Hij beschrijft de product- en productievernieuwingen in de cannabisbranche, en wijst op de rol van de overheidsstrategieën. Jansen argumenteert niet alleen dat cannabisbestrijding een onuitvoerbare opdracht is, maar dat de aanpak van de cannabisteelt contraproductief is en een belangrijke motor is voor de binnenlandse cannabisproductie. Nicole Maalsté beschrijft de meest recente ontwikkelingen: de cannabisteelt is steeds meer een zaak van professionele en goed georganiseerde telers. De cannabissector is daarmee in een neerwaartse spiraal terechtgekomen: de diversiteit, de kwaliteit en de zuiverheid van cannabisproducten neemt af, en de prijzen stijgen. Regulering van de markt zou op een aantal vlakken positieve gevolgen kunnen hebben.
Veel auteurs wijzen op de professionaliteit achter de commerciële, grootschalige plantages. Zowel in België als in Nederland concentreert het debat zich op de aanpak van de bedrijfsmatige teelt. In zijn bijdrage analyseert Tom Decorte (UGent) het dominante vertoog over de inheemse cannabisteelt en over de factoren en trends die deze lokale markt mee vorm geven. Voorts presenteert hij een aantal opvallende bevindingen uit de recente studie die het Instituut voor Sociaal Drugsonderzoek voerde naar een ander segment van de markt: de kleinschalige persoonlijke en sociale thuisteelt. Volgens Decorte is regulering van de hele cannabismarkt de enige verstandige beleidstrategie. De bijdrage van Toon van der Heijden (Parket-Generaal Den Haag) belicht vooral de kwantitatieve aspecten van de cannabismarkt. Hij presenteert de beschikbare en meest plausibele cijfers met betrekking tot de productie van nederwiet, de consumptie van cannabis en de aan- en uitvoer van cannabis. Zijn analyse illustreert tegelijkertijd de onmogelijkheid quasi om over een strafbaar gesteld gedrag uiterst accurate en betrouwbare gegevens te verzamelen: schattingsmethoden zijn steevast gebrekkig en de ramingen van verschillende facetten van het fenomeen zijn niet gemakkelijk te rijmen.
Naar aanleiding van de twijfels bij de kwaliteit van de beschikbare cijfers over aantallen ontmantelingen, hennepplanten en -stekken in Nederland, voerden Dirk Korf en Marije Wouters (Universiteit Amsterdam) onderzoek naar de registratie van ontmantelde hennepkwekerijen. Zij plaatsen kritische kanttekeningen bij de bestrijding van hennepteelt in Nederland, die volgens hen tekenen van commercialisering en bureaucratisering vertoont.
Het aantal zaken waarbij de politie wél onderzoek kan doen naar de organisatoren achter de hennepteelt, is schaars, maar dergelijke onderzoeken leveren wel interessante informatie op over de netwerken en organisatie van de cannabishandel. Toine Spapens (Universiteit van Tilburg) beschrijft het productieproces en de samenwerkingsverbanden binnen een ‘hennepnetwerk’ op basis van 19 afgesloten opsporingsonderzoeken en gesprekken met 16 personen die bij de bedrijfsmatige wietteelt betrokken waren. Spapens pleit enerzijds voor een regulering van de toelevering aan de achterdeur, en anderzijds voor een intensieve aanpak van de illegale teelt ten behoeve van de export.
In een analyse van de cannabismarkt moet niet alleen rekening gehouden worden met de lokale cannabisteelt in onze contreien, die vooral de productie van marihuana betreft, maar evenzeer met de aanvoer van hasj vanuit andere productielanden. Pim Vanwalleghem (Parket bij de rechtbank van eerste aanleg, Brussel) en Tom Decorte (Universiteit Gent) schreven een bijdrage over de hasjproductie in Marokko, ‘s werelds grootste producent. Ze beschrijven de historische, economische en politieke context en een aantal implicaties daarvan voor beleidsstrategiëen, terwijl zij tevens een beeld schetsen van de belangrijkste aanvoerkanalen voor hasj naar België. Ook Tim Boekhout van Solinge (Universiteit van Utrecht) pleit in zijn bijdrage voor het reguleren van de cannabisteelt, en meent dat er mogelijkheden zijn om de internationale verdragen creatief te interpreteren. Hij biedt een historisch overzicht van de cannabisbestrijding in Nederland, en omschrijft de aanpak als een beleid van ‘korte klappen’. Hij stelt de tweeslachtigheid van het Nederlandse beleid (het gedoogbeleid van coffeeshops en tegelijkertijd de harde aanpak van de aanvoer via de ‘achterdeur’) aan de kaak en vindt dat zijn overheid verzuimd heeft goed kennis te nemen van de cannabismarkt, haar mechanismen en de spelers die erop opereren.
In België flakkert het debat over de legale status van cannabis af en toe weer op, en worden een aantal fundamentele bedenkingen gemaakt bij de vigerende wetgeving. Een groep Antwerpse cannabisgebruikers verenigde zich in de belangenorganisatie Trekt uw plant. Joep Oomen (vzw ENCOD) zet in zijn bijdrage uiteen waarom en hoe zijn organisatie ijvert voor de regulering van de cannabisteelt. Frank Bovenkerk (Universiteit van Utrecht) schetst in zijn bijdrage de uitlokkende werking van het Nederlandse drugbeleid. De tegenstrijdigheid in het beleid ten aanzien van de voordeur en de achterdeur van de coffeeshops leidt niet alleen tot een gewrongen politiepraktijk, ze maakt het telen van cannabis ook bijzonder aantrekkelijk voor de onderwereld. Zo is de laatste jaren een georganiseerde misdaadsector in de cannabisteelt ontstaan.
Hoewel ze bedoeld was om duidelijkheid te scheppen rond het justitieel beleid inzake cannabis, is er sedert de wijziging van de Belgische drugswet in 2003 nog nooit zoveel onduidelijkheid geweest, schrijft Karel Van Cauwenberghe (Rechtbank Eerste Aanleg, Antwerpen). Hij hekelt het gebrekkige werk van de Belgische wetgever en wijst op de inconsistentie van de wetgever inzake het gedogen van gebruik en het illegaal houden van elke teelt en handel van cannabis. Benny Van Camp (Federale Politie, Brussel) beschrijft de aanpak van de cannabisplantages door de Belgische politie. Hij argumenteert dat de bedrijfsmatige cannabisteelt vaak bindingen vertoont met Nederlandse betrokkenen. Toch is hij ervan overtuigd dat een doorgedreven harde en integrale aanpak in België wel kan leiden tot het beheersen, het controleren en het ontraden van de cannabisteelt.
Peter Cohen (Universiteit van Amsterdam) vraagt zich af waarom het actieve cannabisverbod gehandhaafd blijft. In zijn bijdrage tracht hij een einde te maken aan de illusie, dat goed wetenschappelijk onderzoek ooit kan bijdragen tot een wijziging of afschaffing van het cannabisverbod. Dat cannabisverbod heeft een sacrale betekenis gekregen, en in de cultuur van het cannabisverbod zit geen bühne voor het wetenschappelijk argument. Cohen noemt het cannabisverbod een voorbeeld van ingebeelde en op geloof gestoelde regels, in stand gehouden door een heleboel instituties, die leidt tot mensonwaardige onrechtvaardigheden en de continuering van tegenstrijdige praktijken. Gerd Leers (burgemeester van de stad Maastricht) zet in zijn hoofdstuk uiteen waarom hij als burgemeester al jaren pleit voor het spreiden van de coffeeshops en het experimenteren met streng gereguleerde en gecontroleerde cannabisaanvoer aan de achterdeur van de coffeeshops. Zijn stad lijdt onder het massale drugstoerisme vanuit België en andere buurlanden, en de aanzuigende werking op zware criminelen. Hij pleit voor internationale samenwerking en overleg, en voor een gemeenschappelijke oplossing voor de hele Euregio.
Info: Prof. Tom Decorte, Vakgroep Stafrecht en Criminologie Tom.Decorte@UGent.be
Cannabisteelt in de Lage Landen. ‘Perspectieven op de cannabismarkt in België en Nederland’. Uitgeverij Acco. Reeks: Sociaal Drugsonderzoek, nr. 5 ISBN 978 90 334 7079 0, 33 euro.
dinsdag 16 september 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten