Minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael bezoekt de provincies in het kader van de hervorming van de civiele veiligheid. Centraal in dit overleg staat uiteraard de aankomende vorming van de brandweerzones. De minister wil hierbij beklemtonen dat de inspraak bij de hervorming voor hem van essentieel belang is. In de vorige legislatuur werd de belangrijke wet ter hervorming van de civiele veiligheid in het parlement goedgekeurd. Dit jaar gaat de prioriteit naar de uitvoering van die wet via de uitvoeringsbesluiten. Deze wetgeving heeft als doel een betere organisatie van de brandweerdiensten te bewerkstellingen evenals een hogere dekking te verzekeren van de risico’s waaraan burgers kunnen worden blootgesteld.
De nieuwe zonale structuur zal daarbij een rationalisering van de middelen toelaten. In de uitvoeringsbesluiten wordt onder meer bepaald hoe de zones begrensd worden, welke de federale dotaties zijn per zone, welke de criteria zijn voor de gemeentelijke dotaties, hoe het personeelskader per zone en het minimaal materieel en de uitrusting per interventie er uitzien. Ter voorbereiding van de hervorming van de civiele veiligheid kreeg de vorige legislatuur de zogenaamde Commissie Paulus de opdracht om deze hervorming voor te bereiden. Deze commissie kwam tot de vaststelling dat een schaalvergroting noodzakelijk is om de meest adequate hulp met de nodige middelen in te zetten. De zonevorming gebeurde op initiatief van de gouverneurs, als voorzitters van het opgericht Provinciaal Raadgevend Comité. In alle provincies werd hierover advies uitgebracht. Een Nationaal Raadgevend Comité geeft een definitief advies. Op basis van de adviezen over de zonevorming heeft de minister enkele financiële simulaties uitgevoerd. Die zijn bedoeld om de financiële inschatting van de kostprijs van de bijkomende dekkingsgraad te bepalen.
Er wordt ook werk gemaakt van een aangepast statuut van het personeel, zowel beroeps- als vrijwillig. De Commissie Paulus kwam immers tot het besluit: ‘Er dient dringend werk gemaakt te worden van de rechtspositieregeling van het personeel. Het beroep van brandweerman/vrouw dient opgenomen te worden in de lijst van risicoberoepen.’ De besprekingen over het statuut zullen gebeuren in samenspraak met de gemeenten en steden en de vakbonden. De opstelling van een statuut voor de beroepsbrandweerlieden en voor de vrijwillige brandweerlieden is een essentieel punt in de hervorming. Het spreekt voor zich dat er een systeem van vrijwilligers behouden blijft. Voor hen moeten in de toekomst duidelijke regels over hun rechtstoestand, hun vergoeding en hun opleidingscriteria bepaald worden. Ook thema’s zoals de pensioenen en bepaalde aspecten van de sociale zekerheid zullen met andere ministers en de betrokken partners besproken worden.
De aanpassing van het statuut wordt behandeld in een werkgroep die een dossier voorbereidt. Na goedkeuring door de ministerraad wordt dit dossier besproken met de vakbonden. Naast de minister van Binnenlandse Zaken zijn in de werkgroep onder meer vertegenwoordigd: de vertegenwoordigers van de steden en gemeenten, de minister van sociale zaken, de minister van werk, de minister van pensioenen, de minister van ambtenarenzaken en de staatssecretaris van begroting. Het is uiteindelijk de bedoeling om een uniform statuut te voorzien voor alle beroepsbrandweerlieden. Deze uniformiteit zal een einde maken aan de grote verschillen die ontstaan zijn door de ruime gemeentelijke autonomie. Voor de vrijwilligers is het noodzakelijk een duidelijke rechtspositieregeling uit te werken. Dit zal een einde maken aan de onduidelijkheid: momenteel zijn vrijwilligers noch contractuelen, noch statutairen, noch vrijwilligers in de zin van de wet van 3 juli 2005. Voor de financiering van de hervorming gaat de minister opnieuw het engagement geven dat de hervorming voor de gemeenten en steden geen enkele meeruitgave mag betekenen. De meerkost wordt dus opgevangen door een verhoging van de federale dotatie, waardoor we op termijn tot een 50/50-verhouding kunnen komen.
Eén van de aanbevelingen van de Commissie Paulus ging over het bewaken van de kwaliteit van de civiele veiligheid door de oprichting van een Kenniscentrum. Hiervoor zijn de nodige kredieten voorzien en de volgende maand kan het centrum starten, in een eerste fase met een tiental specialisten, gedetacheerd vanuit de bestaande korpsen en opleidingsinstellingen. Voorlopig wordt dit centrum gevestigd in het Federaal opleidingscentrum in Florival, in afwachting van een definitieve vestigingsplaats in Brussel.
Guido Van Peeterssen.
donderdag 12 juni 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten